CIO’s hebben naast hun traditionele taken ook nog nieuwe opdrachten bijgekregen. Denk maar aan innovatie, GDPR, en recent ook corona. Maar wat zijn grootste uitdagingen en de prioriteiten van CIO’s van bij ons? We vroegen het aan Koen Rousseau, Business Technology Manager bij leermiddelenmaker VAN IN.



Sinds de coronacrisis moet praktisch alles via online tools gebeuren, zowel naar collega’s als naar klanten toe. Wat zijn de prioriteiten en uitdagingen voor 2021 voor VAN IN’s CIO, Koen Rousseau?
VAN IN, dochtermaatschappij van het Finse Sanoma Learning, is Belgisch marktleider voor wat betreft leermiddelen voor het onderwijs. Het gaat dan zowel over werkboeken en handboeken, als over digitale leerplatformen (Bingel en Wazzou voor het lager onderwijs, en Diddit en Udiddit voor het secundair onderwijs, resp. Nederlandstalig versus Franstalig). Koen Rousseau is Business Technology Manager en lid van het managementteam bij leermiddelenmaker VAN IN. Daarnaast heeft hij de Digital Lead for Primary Education bij het Finse moederbedrijf Sanoma Learning en is hij ook lid van de Technology Board van Sanoma Learning.

Op welke manier heeft de coronacrisis jouw rol als CIO beïnvloed?
Onze digitale platformen worden binnen het onderwijs al lang gesmaakt, Bingel al zelfs bijna 10 jaar. Echter, vanaf de eerste dag van de lockdown veranderde het gebruikspatroon volledig. Normaalgezien worden onze leerplatformen samen met de leerboeken volop “blended” ingezet. Nu waren onze digitale platformen echter het ultieme reddingsmiddel voor tienduizenden leerkrachten en honderdduizenden leerlingen. Gevolg: het aantal simultane gebruikers ging pijlsnel omhoog, op piekmomenten maal drie, het gebruik intensifieerde (maal tien), gebruikers verbleven langer op het platform, het leerplatform werd plots ook een communicatie-platform, enz. De initiële uren en dagen van die eerste coronagolf was het dan ook met man en macht duwen, trekken en sleuren om ook in deze nieuwe omstandigheden onze leerplatformen veilig en performant beschikbaar te houden. En dat met een team dat van de ene dag op de andere verplicht van thuis uit moest werken, waarbij je dus nieuwe manieren moet zoeken om samen te werken en de mensen te motiveren. Ik mag tevreden stellen dat we zeer snel heer en meester waren over de situatie.

Wat zijn jouw uitdagingen als Business Technology Manager?
Op vlak van uitdagingen heeft een CIO er nooit te weinig. Mijn drie grootste uitdagingen zijn privacy, internationalisering en samenwerking. Daarnaast blijft continue innovatie erg belangrijk.
Onze leerplatformen worden dagelijks gebruikt door leerkrachten, zorgcoördinatoren, directies, zeg maar het ganse pedagogische schoolteam. En uiteraard ook door de leerlingen zelf. Dat maakt dat we enorm veel aandacht schenken aan veiligheid en privacy. Het is ook voortdurend nationale en internationale regelgeving uitpluizen, zoals recent het Schrems II arrest van het Europese Hof, en je strategie en operaties conform aanpassen.

Ook het internationale succes van onze leerplatformen, Bingel in het bijzonder, is een uitdaging van formaat. Daar waar het domein onderwijs “an sich” in grote mate hetzelfde is in de landen waar we actief zijn, zit er wel een enorm verschil in de snelheid waarmee de digitalisering van het onderwijs er plaatsvindt.

Hoe zit het op vlak van digitalisering in ons Belgisch onderwijs, in vergelijking met het buitenland?
Vlaanderen zit in de Europese middenmoot. Wallonië hinkt echter wat achterop. Je ziet een duidelijk verschil in beleid tussen de twee regio’s. Zo hebben we in Vlaanderen binnen de scholen al een tijdje de ICT-coördinator, iets wat in Wallonië amper bestond. Terwijl die rol net een drijvende kracht binnen de schoolgemeenschap is om de digitale transformatie te ondersteunen. Maar dat die groep ICT-coördinatoren onlangs nog aan de alarmbel trok is een duidelijk signaal dat ook het beleid in Vlaanderen niet op haar lauweren mag rusten. Het verschil in beleid zet je als CIO soms wel in een oncomfortabele spreidstand. Zo peilt men aan de ene kant van de taalgrens bijvoorbeeld voorzichtig naar een betere mobiele ervaring (smartphone, tablet, chromebook, etc.), terwijl men aan de andere kant van de taalgrens liefst een volledig offline versie van onze leerplatformen wil omwille van ontoereikende infrastructuur (internet en WiFi-verbinding).

Op vlak van mobiele ervaring, daar zie je dan bijvoorbeeld dat de Scandinavische landen koploper zijn. Daar wordt de smartphone gezien als tool om leerlingen extra te stimuleren tijdens de lessen. Je kunt met de smartphone over je boek gaan, en de dieren op de afbeelding spreken je aan. In België is dit tot nu toe ondenkbaar. Kinderen in het basisonderwijs hebben meestal nog geen smartphone. In het middelbaar wordt de smartphone geweerd uit de klas. Toch biedt de smartphone ook daar een toegevoegde waarde. Stel dat het in de les gaat over de morfologie van het oog. Dan kunnen de leerlingen het oog op een 3D-tekening analyseren op hun smartphone. Dit zou een veel grotere impact hebben op de leerlingen waardoor ze de les ook veel langer zouden onthouden dan met een simpele 2D-tekening op het digitaal schoolbord.

Wat zie je als een interessante opportuniteit voor de verdere digitalisering van ons onderwijs?
Volgens mij ligt er nog enorm veel leerwinst te rapen door meer in te zetten op onder andere Learning Analytics en Personalized Learning. Maar dan moeten we wel af van de angstcultuur rond data die momenteel het debat vaak overstemt, waarbij data zo snel mogelijk geanonimiseerd en liever nog weggesmeten wordt. Iedereen begrijpt het belang van een patiëntendossier waarin ziekenhuizen je medische geschiedenis bewaren om je zo de best mogelijke zorgen te geven. Waarom zijn we dan toch zo terughoudend over het gebruik van leerhistoriek om scholen zo de best mogelijke pedagogische begeleiding te kunnen uitstippelen, en het talent van elk kind maximaal te ontplooien?
We evalueren voortdurend nieuwe technologie, vaak ook in andere markten, op hun toegevoegde waarde voor onze gebruikers. Zo zijn we aan het kijken om machine learning en artificial intelligence op een gebruiksvriendelijke manier te verpakken om zo bijvoorbeeld de werklast van de leerkracht te verlagen, of de leerervaring van de leerling te verdiepen.

Heb je tips op vlak van people management, zeker met collectief thuiswerk, om de coronacrisis goed door te komen?
Ik zag onlangs in een televisie-rapportage hoe leerkrachten in volle lockdown op zoek moesten naar hun leerlingen, die, doorgaans omwille van persoonlijke omstandigheden, volledig van de radar verdwenen waren. Dat is ook mijn grootste nachtmerrie als people manager: dat we omwille van de fysieke afstand elkaar uit het oog zouden verliezen. Ik heb van bij mijn start bij VAN IN gestreefd naar zelfsturende teams, iets waar de teams (en ik!) nu in deze coronacrisis meer dan ooit de vruchten van plukken. Maar zelfsturing vergt een vlotte, spontane en transparante communicatie. Als team elkaar aanvoelen, ondersteunen, aanmoedigen. En net die communicatie en samenhorigheid is de grootste wijziging bij collectief thuiswerk. Mijn topprioriteit, en belangrijkste tip: blijf maximaal communiceren met jouw team, en het teamgevoel aanwakkeren. Dat kan elke mogelijke vorm aannemen: daag elkaar bijvoorbeeld uit om samen online games te spelen (we zijn uiteindelijk IT’ers…), roep een kettingbrief in het leven waarin iedereen de kans heeft deze nieuwe situatie te verwoorden, stuur foto’s door van je thuiswerkomgeving, houd een virtueel techcafé, stel een gezamenlijke Spotify-playlist op, begeef je op de chattools die je teams benutten, enz. Anders is je team binnen de kortste keren “lost in cyberspace”...
 
Deel deze pagina: