De duurzaamheidsuitdaging die AI met zich meebrengt, is allesbehalve theoretisch, zegt professor Bjorn Cumps, expert in Financial Services Innovation & FinTech aan de Vlerick Business School. “We omarmen allemaal het idee dat artificiële intelligentie slimme oplossingen biedt, maar al te vaak zijn we blind voor de verborgen kost: een explosieve stijging van het energieverbruik. Het is tijd om deze tools bewuster te gaan gebruiken,” stelt hij. Naarmate AI zich verder ontwikkelt, groeit ook de energiehonger. Cumps benadrukt dat de enige manier om die groei duurzaam te ondersteunen ligt in bewust gebruik, energie-efficiënte infrastructuur en duidelijke regelgeving.
Bjorn Cumps: “Zeker wel, veel eindgebruikers beschouwen AI en cloud computing beschouwen als iets ontastbaar. Als magie. Maar het is geen magie; het zijn machines. En machines verbruiken energie. Elke keer dat je een vraag stelt aan ChatGPT of een afbeelding genereert, activeer je enorme rekenkracht achter de schermen. Zeker bij generatieve AI creëer je iets nieuws – niet gewoon het opvragen van bestaande data, zoals bij Google – wat miljoenen of zelfs miljarden berekeningen per prompt vereist. En die berekeningen vragen om servers, koelsystemen en constante stroom.”
“De cijfers zijn ontnuchterend. Elke 100 dagen verdubbelt de rekenkracht die nodig is voor AI. De CEO van Nvidia voorspelde onlangs zelfs een toename van de vraag met een factor 100 in de komende jaren. En Google, dat tegen 2030 klimaatneutraal wilde zijn, zag zijn emissies sinds 2019 met 50% stijgen, voornamelijk door AI. Als je dat allemaal in perspectief zet, is dat niet houdbaar – althans niet aan het tempo waarin we nu evolueren.”
“Dat is lastig, want het is vaak appelen met peren vergelijken. Een 4K-video bekijken is inderdaad energie-intensief. Maar een 4K-video genereren met AI kost nog veel meer. Ook een vraag stellen aan ChatGPT verbruikt 10 tot 15 keer meer energie dan een gewone zoekopdracht via Google. Vermenigvuldig dat met miljarden prompts per dag, en het loopt snel op.”
“Laat het ons zo zeggen: bezint eer ge begint, zonder schuldgevoel. Als je beelden of video’s genereert ‘voor de lol’, gebruik je enorme rekenkracht voor iets met lage impact. Dat is alsof je alle lichten laat branden als je gaat slapen. We moeten dezelfde logica toepassen op digitale tools. Verbieden hoeft niet, maar bewustwording is cruciaal. Stel jezelf dus vragen als: ‘Moet ik dit echt genereren?’, ‘Kan het met een kleiner model?’, ‘Is dit het beste gebruik van energie?’ enzovoort.”
“Nee, en daarom zijn training en design zo belangrijk. Bedrijven kunnen veel meer doen om gebruikers te informeren: pop-ups die kleinere modellen voorstellen, eenvoudige ecolabels, of AI ‘budgetten’ die je (energie)verbruik weergeven. Dat zijn vormen van digitale nudging, en die werken. Mensen veranderen hun gedrag pas als ze de impact begrijpen én als de tools hen begeleiden naar betere keuzes.”
“Datacenters staan op de eerste rij. Zij hosten de modellen, leveren de infrastructuur en bepalen hoe groen – of niet – AI werkelijk is. Hun manier van energievoorziening, koeling en transparantie zijn cruciaal. In België zien we al koplopers zoals LCL, die verder gaan dan wat wettelijk vereist is en volop investeren in duurzaamheid. Dat zet ook andere bedrijven aan tot actie. Maar we hebben ook systemische druk nodig van overheden, gebruikers en concurrentie om de lat overal hoger te leggen.”
“Ze kunnen transparantievereisten versnellen. Nu hebben de meeste gebruikers geen idee welk soort infrastructuur hun AI-opdracht activeert, of die op groene dan wel grijze energie draait. Europa loopt voorop op vlak van regelgeving, maar zelfs hier gaat het nog niet snel genoeg.”
“Absoluut. Uiteindelijk stemmen we met onze kliks. Als genoeg mensen kiezen voor energiezuinigere diensten, zullen bedrijven volgen. Denk aan de opkomst van biologische voeding of elektrische auto’s: het begon klein, maar de vraag veranderde het systeem. Dat kan hier ook gebeuren. Vermijd overconsumptie. Kies het efficiënte model. Vraag om transparantie. Gebruik geen kanon om op een mug te schieten.”
“Dat gebeurt nu al. Aan de ene kant heb je bedrijven en werknemers die AI gebruiken om veel productiever te worden. Aan de andere kant mensen van wie jobs geautomatiseerd worden, maar die niet de vaardigheden hebben om zich te heroriënteren. Het is een kwestie van toegang, maar ook van educatie, bijscholing en ondersteuning. AI kan sociale ongelijkheid vergroten als we niet tijdig ingrijpen.”
“Ja, we zien een groeiend bewustzijn in business schools, bij studenten en zelfs in beleidskringen. Aan de Vlerick Business School bieden we nu een volledig Executive MBA-traject aan rond digitale duurzaamheid. We helpen professionals om deze complexe uitdagingen aan te gaan – hoe AI te gebruiken om productiviteit te verhogen zonder milieuschade, en hoe duurzaamheid een kernonderdeel kan worden van digitale transformatie.”
“Beschouw AI zoals elektriciteit: ongelofelijk nuttig als het doelgericht wordt ingezet. Net zoals we het licht of de oven niet onnodig laten aanstaan, moeten we AI-tools niet overmatig gebruiken zonder reden. Gebruik ze daar waar ze écht waarde toevoegen, en wees je bewust van wanneer dat niet zo is.”
Enkele opvallende cijfers over de impact van artificiële intelligentie:
De onderstaande cijfers tonen het energieverbruik van inferentie, het effectieve gebruik van AI-modellen om antwoorden te genereren. Dit is dus zonder de veel grotere energiebehoefte voor training mee te tellen.
Het trainen van grote taalmodellen (LLM’s) kent ook een aanzienlijk waterverbruik.
De schaal van die toename is verbijsterend, en toont aan hoe elke nieuwe generatie van ChatGPT gepaard gaat met een snelgroeiende ecologische voetafdruk.